Familie van Spinachtige dieren van de orde der ware spinnen, Araneidea, bevattende spinnen met een boog, voorwaarts versmald kopborststuk, waaraan de oogen meestal op drie dwarse rijen zijn geplaatst; het ruime kopborststuk bevat krachtige spieren , waardoor de sterke pooten bewogen worden, die deze spinnen in staat stellen zeer snel te loopen en hare prooi aldus jagende, te bemachtigen; zij spinnen geen webben, maar gebruiken baar spinsel alleen tot liet bekleeden der holten, waarin zij zich des daags en ook des winters (winterslaap) ophouden, alsmede tot het vervaardigen van cocons tot berging der eieren, voor welke cocons zij groote zorg aan den dag loggen; een der ook in Nederland voorkomende soorten, Dolomedes mirabUis, draagt wanneer zij op de jacht gaat den cocon met zich onder de borst, hem met de kaken en voelers vasthoudende; een andere soort, Lycosa saccata, de wolf- of aardspin, hecht de blauwachtig groen gekleurde cocon met eenige draden aan haar achterlijf en sleept hem zoo overal mee; de uit de eieren gekomen jongen klauteren op den rug der moeder en verblijven hier eenigen tijd. In Nederland leven van deze familie soorten van de geslachten Lycosa, Dolomedes, Trochosa, Arctosa, Ocyale enZora.
Tot deze familie behoort ook de beruchte tarantula, Lycosa tarantula apuliae, van zuidelijk Italië, zuidelijk Frankrijk en Spanje, welker beet, volgens het volksgeloof een zekere danswoede zou veroorzaken, die slechts door muziek kan worden genezen: inderdaad is de beet dezer spin vergiftig, al heeft hij ook niet dergelijke uitwerking.
