Gepubliceerd op 20-01-2021

Boog

betekenis & definitie

1) Wapen, bestaande uit een taaie, gebogen reep hout, waarvan de uiteinden zijn verbonden door een pees, die teruggetrokken en losgelaten wordende een gepunte stok, pijl geheeten, voortstuwt. Zie ook Arbalet.

2) Een stuk bouwwerk, dat een doorgang overspant, of als steunpunt dient voor een daarboven aangebracht bouwwerk; ook wel ter versiering van een gebouw aangebracht. Zie Arcade.
3) Meetk.: een deel van den omtrek van een kromme lijn, onderspannen door een koorde.
4) Kromming, bocht.
5) Gewestelijk: vlieger.
6) Luchtboog, zie booglicht.



Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.