Zuidpoolvaarder, geb. 1864 te Christiania, studeerde te Tharandt, ging toen naar Nieuw-Holland, was daar eenigen tijd als landmeter en leeraar in de natuurwetenschappen werkzaam, en monsterde om het antarctisch gebied te leeren kennen, 20 Sept. 1894 te Melbourne aan als matroos op een door Svend Foyn uitgerusten noorweegschen walvischvaarder, die hem 18 Jan. 1895 naar Possession island aan de kust van Victorialand bracht, op welk eiland James Ross 54 jaar vroeger de e'ngelsche vlag had geplant; in Maart 1895 was B. weder te Melbourne terug; zijn voorstel om een nieuwen zuidpooltocht te organiseeren vond bij de engelsche autoriteiten bijval en steun, en 23 Juni 1898 verliet een expeditie, waaraan behalve B. kapitein Jansen, de natuurkundigen Colbeck, Bernacchi, Evans enHansen deelnamen, Londen; B. bereikte in Doe. Hobarttown op Tasmanië, ving van hier op 19 Dec. den tocht n. het zuiden aan, landde 17 Febr. 1899 bij kaap Adare, vestigde hier een station, en besloot hier met tien tochtgenooten te overwinteren; het naar Nieuw-Zeeland teruggezonden schip, Southern Cross geheeten, haalde de expeditie in 1900 terug, en vond haar in goeden welstand; alleen de zoöloog Hansen was overleden.
Op sledetochten, de eerste in de antarctische streken, had B. gedurende de overwintering de ligging van de magnetische zuidpool bepaald en met 78° 50' de tot heden hoogste zuidelijke breedte bereikt.
