Wat is de betekenis van Band?

2023-12-11
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Band

Metalen ringetje om een kies waarop een buis, bracket of attachment gelast kan worden.

2023-12-11
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

band

(zelfstandig naamwoord) [muziek] popgroep, formatie, groep - Paul speelde bij de Beatles gewoon gitaar, maar toen Stuart Sutcliffle de groep verliet nam Paul de basgitaar over.


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Start nu je gratis proefperiode!

2023-12-11
Joost Nijsen

Oprichter van Uitgeverij Podium

Band

U kent ze wel, de prijsstuntende omnibussen aangekondigd met een kreet als ‘Al zijn Griekse romans in één band!’ Allemaal leuk en aardig, maar technisch gesproken is dat uitsluitend correct geformuleerd indien dat kloeke boekblok gevat is in een harde band, of dan tenminste een integraalband (→ bindwijzen). De meeste verzamelromans zijn tegenwoordi...

2023-12-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

band

band - zelfstandig naamwoord uitspraak: bend 1. groep van popmuzikanten ♢ de band die hier vanavond optreedt is wereldberoemd Zelfstandig naamwoord: bend de band de bands ...

2023-12-11
Asset Management begrippen

NVDO (2016)

Band

Een band is een horizontale versiering in natuursteen of baksteen, ter verlevendiging van de gevel.

2023-12-11
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

band

(de; -en) - met lucht gevulde ring van rubber om een fietswiel, syn. fietsband: een harde, zachte, lekke band; een band repareren, oppompen.

2023-12-11
XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Band

Een band (Fr. bande: troep) is een instrumentaal ensemble. De naam bande werd voor het eerst gebruikt in de 17e eeuw aan het hof van de Franse koning Lodewijk XIV. Zijn twee strijkersensembles heetten La petite bande en La grande bande (ook wel Les 24 violons du roi). Met een verwijzing naar het Franse hof noemden Sigiswald Kuijken en Gustav Leonha...

2023-12-11
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

band

zie plat.

2023-12-11
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

band

Een band is een: 1) (beeldend): smalle reep geweven textiel voor versieren of afwerken, men onderscheidt bijv. biasband, linnenband, keperband, tresband, zoomband; 2) (muziek): instrumentale combinatie in de lichte muziek, bestaande uit een ritme- en een melodiesectie.

2023-12-11
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

band

De woordgroep lekke band in de regen!, die nu als uitroep gebruikt wordt, is een eufemistische substitutievloek voor Leidsman ten leven, een erenaam voor de God der christenen. De oorspronkelijke betekenis van deze verdoezelende vloek is gelijk aan die van godverdomme. Thans drukt de vloek op schertsende wijze vooral verbazing,...

2023-12-11
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

band

band - Kleine groep van dieren die minstens enige tijd samen vertoeven en elkaar individueel kennen, vooral bij sociale zoogdieren, meer bepaald primaten.

2023-12-11
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Band

muziekgroep; tape; golflengte

2023-12-11
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

band

1. als fysieke eenheid: boekband, omslag of andere bergeenheid, die een of meer werken bevat. - deel. 2. als informatiedrager: strook waarop beeld en/of geluid is of kan worden vastgelegd. 3. zie: deel. 4. zie: boekband.

2023-12-11
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

band

band - Materiaal in de vorm van smalle, buigzame repen, bijvoorbeeld van stof, papier, plastic of metaal.

2023-12-11
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Band

Band (1) Een groep sporen op een magneetschijf. (2) Bij het verzenden van gegevens is dit het frequentiespectrum tussen twee vastgestelde grenzen, uitgedrukt in Hertz.

2023-12-11
Lexicon van Nederlandse archieftermen

Stichting Archief Publicaties (1983)

Band

Een band is een deel, bestaande uit een aantal in boekvorm genaaide of gebonden bescheiden, die afzonderlijk zijn ontstaan. Deze definitie is gelijkluidend aan N.A.T. nr. 9.

2023-12-11
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Band

Er heerst verwarring omtrent de germanistische betekenis van band: meestal wordt het slechts afgekeurd, wanneer het ‘boekdeel’ (redactionele indeling) betekent. Het is dus niet: de 2 banden maar de 2 delen van Don Quichote. Men zou echter wel mogen spreken van bijv. de 2 banden van Van Dale. Sommige puristen beschouwen band echter ook i...

2023-12-11
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

band

(de, -en), (ook:) wiel met band. Zie ook: wiel.

2023-12-11
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Band

gezelschap musici, bijv. jazzband.

2023-12-11
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Band

1.(veet.) is een sterke bindweefselstreng met vele elastische vezels, die twee of meer geraamtedelen onderling verbindt. Vooral bij het rund bedoelt men met b. in het bijzonder de bekkenbanden, die van de achterste kruiswervel links en rechts naar de achterstukken van de beide zitbeenderen, de z.g. zitbeenknobbels lopen (z. Geraamte). Voor het kalv...