(hebr. Babel) Een der oudste Babylonische steden, langen tijd hoofdstad dezes rijks; zij werd meermalen door de Assyriërs veroverd, en eindelijk door Sanherib geheel verwoest; Asarhaddon, Nabopolassar en Nebukadnezar II herbouwden haar; bij de verovering van Babylonië door de Perzen geraakte zij in verval; de laatste heerscher, die zich koning van B. noemde, was Antiochus de Groote.
Reeds ten tijde van Plinius was B een ruïne.