of groote slagader. Een der beide slagaderstammen, waaruit de slag- of polsaderen haar oorsprong nemen; zij ontspringt uit de linkerhartkamer, klimt eerst achter de longslagader van rechts naar links omhoog, beschrijft vervolgens een boog (de aortaboog) I en daalt alsnu, langs de wervelkolom, eerst in de borst en dan in de buikholte tot in het bekken, om zich aldaar in de twee darmbeenslagaderen te splitsen, waarvan de eene zich weer verdeelt in onderbuikslagader en dijslagader.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk