Oud-Grieksch episch dichter, 5de eeuw v. Chr., een oudere tijdgenoot van Plato, wiens vriend hij zou geweest zijn.
Zijne voornaamste gedichten waren het uitvoerige epos Thebdis en het elegisch gedicht Lt/de, uit verscheiden boeken bestaande; het eerste gedicht behandelde de beide Thebaansche oorlogen, het laatste bevatte een cyclus van heidengeschiedenissen. De dichter gaf er den naam Lyde aan, naar zijne minnares, over wier dood, naar men zegt, de dichter zich wilde troosten, door zich in de geschiedenis der vroegere tijden te verdiepen. A. is vooral in zoo ver van belang, als hij de stichter der geleerde poëzie is en alzoo de voorganger der alexandrijnsche dichters. Daarom werd hij ook door de Alexandrijnen zeer hoog geschat en verkreeg in den canon der epische dichters van sommigen de plaats na Homerus. Zijn taal is, in afwijking van de homerische eenvoudigheid, geleerd en vermengd met verouderde en uit verschillende dialecten overgenomen woorden; hij is gezocht en wijdloopig en geeft vele onbekende mythen en oudheidkundige verklaringen.