Naamloos, ongeteekend. In de letterkunde : een ongeteekend, zelfs niet van een pseudoniem voorzien geschrift.
De meeste talen bezitten lijsten van dergelijke werken: Nederl.: Vermomde en naamlooze schrijvers op het gebied der nederl. en vlaamsche letteren door van Doorninck (Leiden, 1885); Frankrijk: Dictionnaire des ouvrages anonymes door Barbier (Parijs 1879, 3e druk, 4 dln.) met een supplement van Brunet (1889); Engeland: Dictionary of the anonymous and pseudonymous literature of Great Britain door Halkett en Laing (Edinb., 1888, 4 dln.); Italië: Dizionario di opere anonime e pseudonime di scrittori italiani (Milaan 1859, 3 dln., anoniem), met een supplement van Passano (Ancora, 1887); Amerika: Anonyms, a dictionary of revealed authorship (Cambridge, 1889, 2 dln.), Scandinavië: Collins, Anonymer og Pseudonymer (Kopenh., 1869); voorts zijn nog te noemen: Placcius, De scriptis etscriptorïbus anonymis et pseudonymis syntagma (Hamburg, 1672), herhaaldelijk omgewerkt en doorMylius van een supplement voorzien, getiteld : Bibliotheca anonymorum et pseudónymorum (Hamburg, 1740) en Sommervogers Dietionnaire des ouvrages anonymes des religieux de la compagnie de Jesus (Parijs, 1884.)