russ. admiraal, minister en schrijver, geb. 1754, maakte als zeeofficier vele reizen en begon zijn letterkundige loopbaan met eenige gedichten, vestigde zijn roem door wetenschappelijke werken. Onder deze munten vooral uit: Beschouwingen over den ouden en nieuwen stijl in de Russische taal (Petersb., 3de uitg. 1818) en de uitgave van het oudste bekende Russische dichtstuk: Igor's tocht tegen de Polowzers (1805).
Ook vertaalde hij Tasso’s Bevrijd Jeruzalem in russ. proza- (2 dln., Petersb. 1818). In 1812 werd hij rijkssecretaris en in 1816 president van de academie der russ. taal, terwijl de keizer hem in 1824 tot min. v. openbaar onderwijs aanstelde. In 1828 nam hij zijn ontslag uit het ministerie. Gedurende de laatste jaren van zijn leven hield hij zich bezig met de uitgave van een Vergelijkend woordenboek in 200 talen (2 dln., Petersb. 1838) en met een tweede verbeterde uitgave van zijn Woordenboek voor de marine. S. overl. in 1841. Zijn gezamenl. werken- verschenen in 14 dln. (Petersb. 1823—34).
