Gepubliceerd op 19-01-2021

Albertus magnus

betekenis & definitie

Graaf van Bollstadt. Wijsgeer en godgeleerde, geb. 1193 te Lauïngen in Zwaben, volbracht bij zijne studiën te Padua, trad vervolgens der in de orde Dominicanen en gaf onderwijs in verschillende kloosterscholen te Hildesheim, Freiburg, Regensburg en Straatsburg, voornamelijk echter te Keulen, waar de beroemde Thomas van Aquino zijn leerling was.

In 1248 trad hij als le er aar te Parijs op en werd in 1254 provinciaal zijner orde in Duitse h land. Waarschijnlijk in de lente van 1256 riep AlexanderlV hem naar bet pauselijk hof te Anagni, om de bedelorden in haar strijd met de hoogescbool van Parijs te verdedigen. Gedurende zijn verblijf aldaar werd hem de post van Magister sacripalatii toevertrouwd. Hier ook hield bij wetenschappelijke voordrachten, waarin bij o.a., gelijk bij zelf aangeeft, de pantheïstische leer van den Arabiscben wijsgeer Averroës uitvoerig bestreed. Te Keulen teruggekeerd, werd bij in 1260, ondanks zijne weigering, door een uitdrukkelijk bevel van Alexander IV tot bissebop van Regensburg benoemd. Reeds in 1262 echter namürbanus IV zijn ontslag aan, ginds wijdde hij zich weder aan zijne lessen en aan zijne werken, tot hem, twee jaar vóór zijn dood, het verlies van zijn geheugen dwong, voor altijd hiervan af te zien; deze laatste twee jaren hield hij zich uitsluitend met oefeningen van godsvrucht bezig. Hij stierf te Keulen 15 Nov. 1280 en wordt als zalige vereerd.In 1651 verscheen te Lyon, door de zorgen van den Dominicaan Petrus Jammy, eene volledige uitgave zijner werken in 21 folianten. Deze bestaan grootendeels uit commentaren op Aristoteles, op verschillende boeken van bet O. en N. Testament, op de werken, toegeschreven aan Dionysius den Areopagiet, en op de Sententien van Petrus Lombardus. Zijne voornaamste wTerken beeten: Summa theologiae en Summa de creaturis. De uitgave van Jammy lijdt aan groote gebreken: de tekst is op vele plaatsen onnauwkeurig en door willekeurige verbeteringen dikwijls onverstaanbaar; de echtheid van enkele verhandelingen is evenmin zeker als de volledigheid der uitgave. Valschelijk worden aan Albertus Magnus toegeschreven : Liber aggregationis seu liber secretorum Alberti M. de virtutibus herbarum, lapidum et animalium quorundam, De mirabilibus mundi en De secretis mulierum. Terwijl zijne echte werken werden veronachtzaamd, gaf de smakelooze en bijgeloovige inhoud dier ondergeschovene geschriften aan latere eeuwen aanleiding tot eene geringschattende beoordeeling van Albertus Magnus.

< >