1. de oudste zoon van Hellen en de nimf Orseïs, verkreeg het gebied tusschen de rivieren Asopus en Emipeus; in de mythologie is hij de stamvader of een der stamvaders van de Hellenen.
2. zoon van Hippotes, bewaker der winden, een dichterlijke voorstelling, beschreven als een eiland in de Middetlandsche zee bewonende, dat door koperen muren en hooge torens is versterkt; hij is de uitverkorene der góden, hij woont in een prachtige woning met zijn echtgenoote én twaalf kinderen, 6 zoons en 6 dochters, die onderling huwen; op zijn eiland wordt hij bezocht door Ulysses, die op zijn terugtocht naar Ithaka is; hij ontvangt deze vriendelijk en geeft hem bij zijn vertrek een günstigen wind mede, benevens de tegenwinden in een zak gesloten, welke nabij de kusten van Ithaka door het scheepsvolk van Ulysses geopend wordt, waarop de tegenwinden ontsnappen en heit schip weder terugdrijven naar het eiland van A., die hem thans afwijst. Homerus noemt deze godheid niet.