Gepubliceerd op 28-02-2021

Adam stanislaw naruszewicz

betekenis & definitie

poolsch geschiedschrijver en dichter, geb. 20 Oct. 1733 in Pinsk, trad 1748 in de orde der Jezuïeten en was, na verschillende studiereizen in het buitenland, als leeraar werkzaam in hun colleges te Wilna en Warschau. Door vorst Czartoryski bij den koning aanbevolen, won hij door zijn letterkundigen arbeid diens gunst; na de opheffing der orde werd hij belast met het schrijven der geschiedenis van Polen.

In 1788 bisschep van Smolensk, 1790 van Luck, nam hij aan de werkzaamheden van den grooten rijksdag deel, doch trok zich na de verdeelingen van Polen in zijn bisdom terug. Hij overleed 8 Juli 1796 te Janów. Zijn gedichten (oden, idyllen, fabels, epigrammen, satiren, vertalingen) zijn verzameld in de Lyrïka (4 dln., Warschau 1778 en meerm.). Zijn hoofdwerk is echter de Historya narodu polskiego, waarvan de 6 dln. (2—7, ald. 1780 —86) de geschiedenis der Piasten bevatten; dl. 1, de voorgeschiedenis, werd eerst door het Geleerd Genootschap van Warschau uitgegeven (1824); het voor de volgende eeuwen door zijn medewerkers voorbereid materiaal bevindt zich in de honderden folio’s: Teki Naruszewicza, in de bibliotheek van vorst Czartoryski e.a.

< >