Gepubliceerd op 19-01-2021

Aalbessestruik

betekenis & definitie

gewas van de familie der Aalbesachtige planten (Ribesiaceae); vijf bloemblaadjes en vijf meeldraadjes in den kelk ingeplant, een gevorkte stijl, het vruchtbeginsel onder de bloem. Vermelding verdienen wat de vruchten aangaat, de volgende soorten:

Roode aalbessen (ribes rubrum); deze groeien aan een ongedoornden heester in afhangende trosjes en zijn de meest gewone soort van aalbessen; de bessen wisselen in grootte af van den omvang van peperkDrrels tot die van kleine druiven; ter verkrijging van groote bessen is zorgvuldige behandeling en sterk snoeien noodzakelijk; het sap dezer bessen is verkoelend en werkt nimmer schadelijk; het sap bezit voorts sterk kleurende eigenschappen; zij dienen, behalve voor ontoebereid gebruik, om er eene gelei en ook een verfrisschenden drank, aalbessenwijn, van te maken. De kleur der bessen van R. rubrum is bij de gekweekte soorten gewoonlijk rood, minder dikwijls geelachtig. De in het wild groeiende planten hebben steeds roode bessen.

Zwarte aalbessen (ribes nigrum) groeien aan een ongedoornden heester, welks bladeren grooter zijn dan die welke de voorgaande soort oplevert; zij worden met minder zorg gekweekt, omdat zij wrang en minder aangenaam van smaak zijn dan de roode; de wijn ervan gemaakt is echter krachtiger; voorts worden ze afgetrokken op jenever; in de oudere geneeskunde speelden zij een tamelijk groote rol en werden zij inzonderheid aangewend als urineafdrijvend middel, of als middel tegen gevolgen van adderbeten enz.

Kruis-aalbessen of kruisbessen (ribes grossularia) groeien aan gedoomde heesters, de bladstelen zijn als behaard, de vrucht zelf is^ ruig; zij zijn witachtig van kleur en in rijpen toestand zeer aangenaam van smaak.

< >