Gepubliceerd op 19-01-2021

A

betekenis & definitie

de eerste letter van het alphabet en de eerste der vocalen of klinkers; de zuivere A-klank is een enkelvoudige of grondklank, en de eerste klank, die bij kinderen duidelijk door de spraakwerktuigen wordt voortgebracht. De A heeft in het Nederlandseh drieërlei uitspraak: de vólkomen of lange (in dagen), de onvolkomen of korte (in dag) en de gerekte (in daagsch).

In verschillende talen wordt de a soms van teekens voorzien, welke dan haar waarde aangeven (a, a, a, a, a). In het Nederl. wordt de volkomen en onvolkomen a door het enkelvoudige letterteeken, de gerekte a door het dubbele letterteeken voorgesteld.De oude Romeinen noemden de A: litera salutaris (letter des behouds) omdat bij de rechtspleging van de A als verkorting van Absclro (ik spreek vrij) gebruik werd gemaakt door de rechters, om te kennen te geven dat de beschuldigde vrijgesproken moest worden. Bij de Grieken was de A de ongeluksletter, de letter die onheil voorspelde; doorgaans vingen de dreigpredikatiën, die de priesters namens de góden voor het volk hielden, met eene A aan.

A op geldspecie duidt aan, dat het stuk op de eerste munt des rijks (bijv. op Fransche stukken te Parijs, op Duitsche te Berlijn, enz,) is geslagen. Op oude munten bet. A Argos.

A in de wiskunde is de eerste bekende grootheid van een algebraïsch vraagstuk.

In verschillende talen wordt het letterteeken A in onderscheidene spreekwoorden van het dagelijksch leven voorgesteld als een zinnebeeld van begin (van A tot Z — iemand naar zijn ABC verwijzen — geen A voor een B kennen — wie A zegt moet ook B zeggen, enz.); a, Fr. aan, wordt veel gebruikt in rekeningen, prijscouranten, en beteekent dan: voor den prijs van. Verdere verkortingen welke aanvangen met de letter A (A. C., A. D. enz.), zie op de alphabetische plaats.

A (hoofdletter) muz. groot-A of La, A in het groote octaaf (in notenschrift tusschen de 1ste en 2de lijn); in de theorie, het grooteterts-accoord, de majeur toonaard (genus major) de groote-terts-toonladder (zie ald.); a (gewone letter) klein-a of la (op de 5de lijn of voor den vioolsleutel a op de 2de hulplijn; zie verder Octaaf); de mineur toonaard (genus minor), in de theorie de kleine-tertsdrieklank, de toonladder (zie ald.) over de kleine terts; verder een der stamtonen (zie aldaar).

A Ital. als voorzetsel, voor klinkers gew. ad. (ad una corda, met één snaar).

A, of Aa, naam van onderscheidene riviertjes en beken. In Nederland vindt men:

A, beekje, komt uit Westfalen en valt bij Ulft, niet ver van Gendringen (Gelderland), in den Ouden IJsel;

A, kleine rivier in Noord-Brabant, welke in de Peel ontstaat en door de gemeenten Someren, Asten, Lierop, Vlierden, Helmond, Aarle-Rixtel, Beek-en-Donk, Gemert, Erp, Veghel, Schijndel, Dinther, Heeswijk, Berlicum en Den Dungen naar ’s-Hertogenbosch stroomt, waar zij zich met de Dommel vereenigt tot de Dieze;

A, beek in Noord-Brabant, ontstaat in de gemeenten Reusel, Ho o ge en Lage Mierde, wordt opgenomen door de Reusel;

A, beekje in üverijsel, dat door de gemeenten Hengelo en Borne vloeit en opgenomen wordt door de Almelosehe A;

A, of Weerreis, beekje in Noord-Brabant, ontstaat in de belgische prov. Antwerpen, en gaat langs Zundert, Rijsbergen en Prinsenhage naar Breda, waar het door de Merk wordt opgenomen;

A, (Almelosehe) beekje in Twenthe (Overijssel), dat door de stad Almelo loopt en zich met de Molenbeek vereenigt tot de NieuwGraven;

A, (Drentsche), ontstaat onder Grollo en Schoonlo, in de nabijheid van de Roelanden (Drenthe), en loopt door de gemeente Anlo tot aan de grenzen der provincie Groningen, alwaar zij den naam van Hoornsehe Diep ontvangt;

A, (Mussel-) ontspringt in de Bargervenen bij Emmen (Drenthe) en vereenigt zich met de Ruiten-A tot de Westerwoldsche A;

A (Pekel-) watertje in Groningen; in de nabijheid van Winschoten wordt het opgenomen door de Westerwoldsche A;

A, (Ruiner-) een water, dat zich bij Meppel vereenigt met de Reest;

A (Ruiten-) riviertje in Groningen, ontstaat uit de Runde, en vereenigt zich met de Mussel-A tot de Westerwoldsche A;

A, (Vledder-) water dat in Drenthe eerst dien naam verandert in Wapserveensche A, daarna in Steenwijker A en voorts als Steenwijker-Diep naar Blokzijl (Overijsel) stroomt;

A, (Westerwoldsche) rivier in het oostelijk deel der prov. Groningen, ontstaat nabij Wedde uit de vereeniging van de Mussel-A en de

Ruiten-A, stroomt langs Oude Schans, neemt niet ver van Winschoten de tot een kanaal vergraven Pekel-A op en valt in den Dollard.

In Zwitserland zijn vijf kleine stroomen van dezen naam, in de kantons Zurich, Luzern en Unterwalden.

De A in Noord-Frankrijk ontspr. in het dept. Pas-de-Ualais, is van Saint-Omer af gekanaliseerd, en valt na een loop van 82 km. beneden Gravelines in de Noordzee; 29 km. stroomopwaarts bevaarbaar.

A, (Koerlandsche) ontstaat uit de vereeniging van de Musse en de Memel, is 112 km. lang, en splitst zich kort voor haar mond in twee armen, waarvan de eene naar de Golf van Riga, de andere (Bolder-A) naar de Duna gaat; de rivier is van Mitau af bevaarbaar. De A in Lijfland doorstroomt een diep en vruchtbaar dal en ontlast zich na een loop van 320 km. bij Zarnikau, ten o. van Riga, in de Oostzee.