Groot woordenboek der Nederlandsche taal J.H. van Dale (1898) Gepubliceerd op 06-12-2018 ZIJD betekenis & definitie ZIJD, WIJD EN ZIJD, bw. uitdr. overal, van alle kanten, naar alle zijden : het is wijd en zijd bekend. < > Alsjeblieft Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie! Gerelateerd Betekenis van ZIJD Spreekwoorden met ZIJD Lukraak woord
