ZANGSCHOOL, v. (...scholen), school waar onderwijs in den zang wordt gegeven; (ook) het boek of de methode die de regels en voorbeelden tot het onderwijs en de oefening in de zangkunst bevat;
...SPEL, o. (-en), (toon.) opera, tooneelspel dat geheel of gedeeltelijk door zangers en zangeressen wordt gespeeld;
...SPIERTOESTEL, o. (-len), vijf paar spieren ter weerszijden van het onderste strottenhoofd (bij de vogels);
...STEM,, v. (-men), stem geschikt tot zingen ; zangpartij ;
...STUK, o. (-ken), lied, gezang;
...TOON, m. (...tonen), toon waarin gezongen wordt;
...UITVOERING v. (-en);
...VEREENIGING, v. (-en), zanggezelschap;
...VERMOGEN, o. vermogen om te zingen;
...VOGEL, m. (-s), vogel die zingt; de zangvogels, ook muschachtige vogels genoemd, maken eene afzonderlijke orde onder de vogels uit;
...WEDSTRIJD, m. (-en), wedstrijd in het zingen;
...WIJZE, v. (-n), wijze van zingen; maat. toon, melodie, air.