Gepubliceerd op 06-12-2018

WIJDTE

betekenis & definitie

WIJDTE,v. (-n), het wijde: hoedanigheid van wijd te zijn : een rok met wijdte aanzetten, met ruimte;

hoe groot is de wijdte van een liter ?, de diameter ;
— de wijdte van den hals, de omtrek;
kaliber (van een stuk geschut);
— spoorwijdte, ruimte tusschen de rails of spoorstaven ;
— ruimte, afstand tusschen twee dingen : de boomen op groote wijdte van elkander plaatsen ; de wijdte tusschen de banken.