WIG, (-gen), WIGGE, v. houten of ijzeren spie die voortdurend in dikte afneemt en scherp uitloopt, waarmede men hout splijt of eenig voorwerp vastklemt: iets met eene wig vastzetten; eene wig indrijven. WIGJE, WIGGETJE, o. (-s), kleine wig.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk