VERMOMMEN - (vermomde, heeft vermomd), verkleeden, hullen in, maskeren : zich als schoorsteenveger vermommen,
— (fig.) verbergen ; zijne ondeugden onder den schijn van godsdienst vermommen, hij vermomt zich, hij veinst. VERMOMMING, v. (-en), het vermommen; hetgene dient om te vermommen ; (ook fig.).