UITKOOPEN - (kocht uit, heeft uitgekocht), vrijkoopen, door vrijkoop losmaken : zich uitkoopen, zich door geld te geven losmaken van eene verbintenis; iem. uitkoopen, hem zijne rechten afkoopen: zijne mede-erfgenamen uitkoopen; (gew.) omkoopen; (w. g.) alles (van iem.) koopen, hem leeg koopen; (v. g.) iem. door een hooger bod de loef afsteken;
— (fig.) den tijd uitkoopen, tijd zoeken te winnen. UITKOOPING, v.