Tarweakker - ra. (-s), veld met tarwe bezaaid;
...BLOEM, v. bloem van tarwemeel;
...BROOD, o. brood, van tarwemeel gebakken;
...GRAS, o. zekere grassoort , tot het geslacht tarwe bohoorende;
...GRASSEN, o. mv. eene onderafdeeling der grassen, waartoe de geslachten tarwe, rogge, kortsteel en raygras behooren;
...HALM, m. (-en), stengel eener tarweplant;
...JAAR, o. (...jaren), het jaar beschouwd ten opzichte van de tarweopbrengst: een goed tarwejaar;
...KAF, o.;
...KORREL, v. (-s);
...MEEL, o. fijngemalen tarwekorrels: gebuild en ongebuild tarwemeel;
...MUG, v. (-gen), eene soort van zeer kleine mug (cecidomya destructor), die zeer veel in Europa voorkomt en eene aanmerkelijke schade aan de tarwe kan toebrengen.