Het begrip stoof heeft 3 verschillende betekenissen:
1. stoof - stoof - v. (stoven), voetwarmer (geschikt om er eene test of een vuurpotje in te plaatsen); eene warme stoof nemen;
— steenen stoof, stoof met marmeren deksel;
— (spr.) te veel vuur in eene stoof doet ze branden, te veel schaadt;
— oven, droog-, kookoven: meestoof; het touwwerk wordt voor het term eerst in eene stoof gedroogd; badstoof; zweetstoof;
— (Zuidn.) kachel. STOOFJE, o. (-s).
2. stoof - stoof - bw. plat: stoof liggen, in het kootspel.
3. stoof - stoof - v. (stoven) (gew.) tronk, worteleind van een boom.