Gepubliceerd op 02-12-2018

Stoffeeren

betekenis & definitie

Stoffeeren - (stoffeerde, heeft gestoffeerd), (eig.) met zijden stof versieren : hoeden stoffeeren, opmaken;

— eene koets stoffeeren, van binnen bekleeden ;
meubelen, eene kamer van al het benoodigde voorzien; gestoffeerde (gemeubelde) kamers;
— (schild.) van bij werk voorzien, versieren : een landschap eigenaardig gestoffeerd;
— (fig.) opsmukken, verzinnen: dit verhaal is met leugens gestoffeerd. STOFFEERING, v. (-en), het stoffeeren (in alle bet.); opsmukking, verzinsel.

< >