Gepubliceerd op 06-12-2018

SPAARZAAM

betekenis & definitie

SPAARZAAM - bn. bw. (...zamer, -st), huishoudelijk, zuinig, behoedzaam in het uitgeven: spaarzaam leven; eene spaarzame huisvrouw;

— zorgvuldig, zuinig : spaarzaam met iets omgaan, het weinig gebruiken;
karig: spaarzaam met woorden;
zelden: de doodstraf wordt spaarzaam toegepast.
SPAARZAAMHEID, v. deugd van het sparen.

< >