spaarzaam
spaarzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. zorg dragend niet te verspillen ♢ Zijn spaarzame manier van leven bracht hem tot aanzienlijke rijkdom. Woordherkomst Afgeleid van sparen|spaar- met het achtervoegsel -zaam.
Wiktionary (2019)
spaarzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. zorg dragend niet te verspillen ♢ Zijn spaarzame manier van leven bracht hem tot aanzienlijke rijkdom. Woordherkomst Afgeleid van sparen|spaar- met het achtervoegsel -zaam.
Muiswerk Educatief (2017)
spaarzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: spaar-zaam 1. met zo weinig mogelijk geld of tijd en zoveel mogelijk resultaat ♢ ze kijkt goed uit wat ze koopt, ze is erg spaarzaam Bijvoeglijk naamwoord: spaar-zaam ......
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
zuinig Met een testverbruik van minder dan zes liter toont de kleine benzinemotor zich spaarzaam. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 1
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (...zamer, -st), 1. zuinig, behoedzaam in het uitgeven: spaarzaam leven; een spaarzame huisvrouw ; 2. terughoudend, niet ruim of kwistig : spaarzaam met iets omgaan, het weinig gebruiken; spaarzaam met woorden, karig ; 3. schaars, niet talrijk: een spaarzaam bevolkte wereld ; zeer spaarzame probeersels ; 4. zelden: de doodstraf loordt sp...
Jozef Verschueren (1930)
('spa:r) bn. en bw. (...zamer, -st) 1. behoedzaam in het uitgeven, zuinig : een ...zame huisvrouw; leven. 2. karig : met woorden. 3. zeiden : de doodstraf wordt toegepast.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: