SNEEUWKLOMP - m. (-en), vaste bal of klomp sneeuw;
...KOP, m. (-pen), een met sneeuw bedekten bergtop;
...KRISTALLEN, o. mv.;
...LINIE, v. (...niën), sneeuwgrens;
...LAWINE, v. (-s, -n), sneeuwstorting in het hooggebergte;
...LUCHT, v. dikke winterlucht, waaruit het dreigt te sneeuwen;
...MAAND, v. (Fr. gesch.) eene der maanden van den republikeinschen kalender, Nivose (21 Dec. tot 20 Jan.);
...MAN, m.(-nen),sneeuwpop;
...MEES. v. (...zen), staartmees, langstaart (parus caudatus);
...MODDER, v. modder door smeltende sneeuw gevormd;
...MUSCH, v. (...sschen), zekere Noordsche vogel (emberiza nivalis) die ’s winters aan den kop, den hals en de borst sneeuwwit is, des zomers zich in de Laplandsche sneeuwbergen ophoudt, maar in den winter meer zuidwaarts komt;
...PLOEG, m(-en), machine om sneeuw van eene baan te verwijderen:
...POP, v. (-pen), pop van sneeuw;
...PUTTER, m. (-s), sneeuwgors;
...REGEN, m. (-s), regen met smeltende sneeuwvlokken vermengd;
...ROOS, v.
...(rozen), eene soort van rhododendron (Rh. chrysantemum).