Het begrip smarten heeft 2 verschillende betekenissen:
1. smarten - SMARTEN - SMERTEN, (het smartte, smertte, heeft gesmart, gesmert), pijn, smart veroorzaken; die woorden smarten hevig;
— (heelk.) schrijnen, branden, gloeien; mijne voeten smarten (mij), zijn ontveld;
— mollige kinderen smarten licht, ontvellen waar de huid in plooien is (in de liesjes, achter het oor, in het halsje);
— (fig.) hinderen, zeer doen, leed veroorzaken, treffen : dat verlies smartte haar diep, tot in de ziel. SMARTING, v. (-en), het smarten, schrijnen.
2. smarten - SMARTEN - (smartte, heeft gesmart)f (zeew.) touwwerk met strooken oud geteerd zeildoek omwinden; afwaterend smarten, van onderen op smarten, zoodat de bovenste slagen over de onderste heen liggen en er geen water tusschen de slagen kan komen;
— de vellen in de zweetkist of den zweetkuil zetten om te ontharen.