Gepubliceerd op 29-11-2018

Scharrelen

betekenis & definitie

Scharrelen - (scharrelde, heeft en is gescharreld), wroeten, krabben : de hoenders scharrelen in het zand;

— de das scharrelt in de aarde, om wormen enz. te zoeken;
iets bij elkander zoeken : wat goed te zamen scharrelen;
— met moeite bijeenbrengen : wat geld bij elkander scharrelen;
— met moeite in zijn onderhoud voorzien, het zeer schraal hebben : die menschen moeten tegenwoordig erg scharrelen;
— telkens wat anders ter hand nemen om in zijn onderhoud te voorzien;
— langzaam en moeilijk loopen : met moeite is hij nog naar huis gescharreld; in de kamer scharrelen; met moeite schaatsenrijden;
— allerlei kleine bezigheden verrichten : hij scharrelt den heden dag in den tuin;
— met iets bezig zijn : wat scharrel je toch ?
— met een meisje scharrelen, haar het hof maken, met haar verkeeren, zonder ernstige bedoeling of zonder zich nog verloofd te hebben,