Recepis - o. (-sen), een geschrift, waarbij de onderteekenaar verklaart iets ontvangen te hebben van een ander: recepis van ontvangst; recepis van uitgifte, geldend bewijs dat goederen uit een magazijn afgegeven zijn;
— hij zit aan de recepissen, is belast met het nazien en inboeken der recepissen:
— papier aan toonder waarbij eene bankinstelling verklaart zekere som ontvangen te hebben en bereid te zijn, die aan toonder uit te betalen; indertijd eene soort van papieren geld in Nederlandsch-Indië, in 1846 door den gouverneur-generaal Rochussen ingevoerd, om het verwarde muntwezen aldaar te herstellen;
— voorloopig bewijs ter inwisseling voor eene obligatie of een aandeel.