Qualificeeren (qualificeerde, heeft gequalificeerd), eigenschappen toekennen, geschikt, vatbaar maken; benoemen: eene niet te qualificeeren handelwijze;
— volmacht geven;
— een gequalificeerde diefstal, diefstal met verzwarende omstandigheden;
— eene gequalificeerde bekentenis, bekentenis met beperkingen en toevoegingen.