Prutboel - m. (gew.) smeerboel, modderboel;
...HUIS, o. (...zen), inrichting om prut, dik van olie uit te koken;
...INKT, m. dikke, drabbige inkt;
...KOKERIJ, v. (-en), pruthuis;
...KOOPER,
...VERKOOPER, m. (-s), handelaar in droesem van walvischtraan;
...LIP, v. (-pen), neerhangende lip, pruillip; iem. met eene prutlip;
...OOG, o. (-en), leepoog;
— m. en v. (-en), die een prutoog heeft;
...POLDER, m. (-s), kleine polder;
...SCHUIT, v. (-en), (gew.) modderschuit; (ook) kleine schuit.