Pronker(d) - m. (-s), iem. die pronkt, die ijdel is op mooie kleeren : hoe grooter pronker, hoe kaler jonker, wie het minst te verteren heeft, maakt soms de meeste drukte;
— (plantk.) pronkboon. PRONKERDJE, PRONKERTJE, o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: