Gepubliceerd op 22-11-2018

Paradeeren

betekenis & definitie

Paradeeren (paradeerde, heeft geparadeerd), pralen, pronken : zij paradeert met hare kleinoodiën, met hare deugd;

parade houden (ter inspectie, ter monstering): de troepen hebben heden geparadeerd;
— de matrozen paradeerden in het want, werden op het verdek gemonsterd (bij eene feestelijke gelegenheid).

< >