Overbabbelen (babbelde over, heeft overgebabbeld), vertellen wat niet verteld mag worden; klikken, kwaadspreken: zij babbelen dit over; hij heeft dit overgebabbeld;
— (overbabbelde, heeft overbabbeld), door gebabbel overschreeuwen, tot zwijgen brengen, voorbijbabbelen: zij overbabbelde hem: hij heeft mij overbabbeld. OVERBABBELING, v.