Opschrokken (schrokte op, heeft opgeschrokt), gulzig opeten, opslokken.
OPSCHROKKER, m. (-s), die opschrokt.
Gepubliceerd op 22-11-2018
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: