Wat is de betekenis van Opschrokken?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opschrokken

(schrokte op, heeft opgeschrokt), gulzig opeten, opslokken.

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opschrokken

v., ynskobje.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opschrokken

Opschrokken (schrokte op, heeft opgeschrokt), gulzig opeten, opslokken. OPSCHROKKER, m. (-s), die opschrokt.

2025-07-16
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

Gerelateerde zoekopdrachten