Gepubliceerd op 22-11-2018

Ophangen

betekenis & definitie

Ophangen (hing op, heeft opgehangen), in de hoogte hangen: de wasch ophangen, om te drogen;

— door middel van een haak enz. doen hangen ; eene schilderij, zijne jas ophangen;
—(slacht.) eene koe ophangen, slachten;
— (hg.) een vreeselijk tafereel van iets ophangen, er veel vreeselijks van vertellen;
— de doodstraf door middel van de galg of den strop voltrekken : er zijn weer twee misdadigers opgehangen;
— zich ophangen, zich door ophanging van het leven berooven;
— openlijk te koop aanbieden, (meestal voor eene grootere som, dan de waarde is, die nu afgeslagen wordt, tot iem. het voorwerp mijnt): die boerderij, dat perceel is opgehangen voor ƒ12000;
— voorhangen, om als lid eener vereeniging enz. aangenomen te worden: candidaatleden worden tijdens de vergadering opgehangen;
— (scherts.) wie een huwelijk aangaat, wordt opgehangen, diens naam wordt aan het stadhuis opgoplakt;
— over (iets) hangen, te vuur hangen : d aardappelen ophangen. OPHANGING, v. (-en).