Gepubliceerd op 22-11-2018

Opdokken (1)

betekenis & definitie

Opdokken (1) - Opdokken (dokte op, heeft opgedokt), zorg dragen, leveren, betalen: daarvoor moet hij opdokken; (fig.) wij zullen moeten opdokken, het zal ons geld kosten;

— (zeew.) het dok ontsluiten, zoodat het schip in de vaart komt.

< >