Gepubliceerd op 01-11-2018

Ontsteken

betekenis & definitie

(ontstak, heeft en is ontstoken), doen ontbranden, aansteken: de lichten werden ontstoken;

zij ontstaken een vuurtje om zich te warmen; (fig.) van gemoedsbewegingen : met zoete taal heeft ze mijn hart ontstoken;
— in drift, in toom ontsteken; in liefde ontsteken;
— (Zuidn.) beginnen te tappen (van een vat bier, wijn enz.);
— (van zieke lichaamsdeelen) rood opzwellen, met hitte, pijnlijkheid en sterke klopping : de wond is ontstoken; eene ontstoken plek.

< >