(omrasterde, heeft omrasterd), met een rasterwerk omsluiten, van de omliggende ruimte afscheiden door een rasterwerk om iets heen te plaatsen : hij heeft zijn hertenkamp laten omrasteren; het terrein bij het gebouw wordt omrasterd. OMRASTERING, v. het omrasteren;
— (mv. -en), het rasterwerk, (ook) de ruimte binnen het rasterwerk.