Melkweger m. (-s), een werktuig om het roomgehalte of de vervalsching der melk naar graden te bepalen;
...WEI, v. hui;
...WEI,
...WIED, o. (plantk.) (gew.) paardenbloem; melkdistel;
...WIJF, v. (...wijven), melkvrouw;
...WINKEL, m. (-s), waar melk verkocht wordt;
...WIT, bn. zeer wit: melkwitte tanden;
— o. wit van melk;
...WORTEL, v. (plantk.) boschanemoon;
...ZAAK, v. melkwinkel;
...ZAK, ra. en v. (-ken), melkbuik;
...ZEE, v. witachtige gedeelten der zee, ontstaan door tallooze diatomeeën, vooral in de Perzische en Banda-Zee;
...ZEEF, v. (...zeven), teems;
...ZUUR, o. (scheik.) bewerktuigd zuur (zonder stikstof);
...ZUURBACIL, m. (-len), bacil die het zuur worden der melk bevordert.