Gepubliceerd op 13-09-2018

Kroonkandelaar

betekenis & definitie

Kroonkandelaar m. (-s), luchter, kerkkroon;

...KEVER, m. (-s), (nat. hist.) zeker schildvleugelig insect;
...KRAAN, m. (...kranen), soort van kraanvogel met prachtige kroonvormige kuif (grus pavonina);
...KRUID, o. een plantengeslacht, tot de familie der vlinderbloemigen behoorende, waarvan slechts ééne soort, die zeer zeldzaam is, in Nederland gevonden wordt: bont kroonkruid, eene schoone plant (coronilla varia);
...LAMP, v. (-en), lustre;
...LIJST, v. (-en), (bouwk.) de derde en bovenste deelen van het pedestal en het ornement van iedere bouworde;
— aan de gevels van huizen de lijsten, welke de goten dragen;
...NAAD, m. (...naden), (ontl.) naad voor aan de hersenpan;
...PAPIER, o. gekleurd papier om te kronen;
...POLIEP, v. (-en), eene soort van poliep (stephanoceros);
...POKKEN, v. mv. zeker rankpootig schaaldier op de huid van walvisschen (coronula);
...PRINS, m. (-en), vermoedelijke troonopvolger;
...PRINSES, v. (-sen), vermoedelijke troonopvolgster; (ook) gemalin van den kroonprins.