KORTING, v. (-en), het korten, het korter maken;
— het aftrekken; vermindering; disconto: mei 5 pct. korting voor kontante betaling;
— 2% korting voor goed gewicht, toegestaan door groothandelaren om het inwegen, uitdrogen enz. te vergoeden;
— korting eens wissels, die vóór den vervaldag betaald wordt.