Gepubliceerd op 13-09-2018

Knarsen

betekenis & definitie

KNARSEN, KNERSEN, (knarste, heeft geknarst), een scherp malend geluid voortbrengen: op de tanden knarsen, gewoonlijk als teeken van pijn of van toorn, woede: de deur knarst op hare duimen; de werktuigen knarsen, als ze niet gesmeerd worden. KNARSING, v. (-en), het (tanden)knarsen.