Gepubliceerd op 13-09-2018

Klokklepel

betekenis & definitie

KLOKKLEPEL, m. (-s), klepel in eene klok;

...LUIDER, m. (-s), persoon, die met het luiden der klok is belast;
...METAAL, o. klokspijs;
...MOUW, v. (-en), (naaist.) eene wijde, klokvormige mouw;
...OPHALER, m. (-s),
...OPWINDER, m. (-s), persoon, die zorgt voor het opwinden eener klok;
...POLIEP, v. (-en), (nat. hist.) zeker poliepengeslacht, zoo geheeten naar de klok- of bekervormige uitspruitsels (campanularia);
...REEP, m. (-en), klokkereep; (fig.) iets aan de klokreep hangen, het algemeen ruchtbaar maken;
...ROK, m. (-ken), (naaist.) klokvormige rok;
...SEIN, o. (-en), sein eener electrische klok, welke de komst van een naderenden trein aankondigt.

< >