INKLOPPEN, (klopte in. heeft en is ingeklopt), door kloppen indrijven : een spijker inkloppen;
— door kloppen binnenroepen, intikken : als ge den dokter voorbij ziet gaan, klop hem dan even in;
— door kloppen dunner maken;
— (boekb.) door kloppen dunner worden : dat boek zal veel inkloppen;
— door kloppen breken : gij zult den muur nog inkloppen.