HOPJE, o. (-s), eene hopbel: ’t is een hopje in een brouwketel, ’t is zoo goed als niets;
— Haagsche hopjes, in papiertjes gewikkelde koffie; ulevellen, zoo genoemd naar Jacob Hop van 1773 tot 1791 gezant der Oostenrijksche Nederlanden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: