GROENSEL, o. (-s), wat groen is;
— (Zuidn.) groente, moeskruid: groensel koken;
— iets om groen mede te verven, inz. groene verfaarde:
— (Zuidn.) groenvink.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: