Gepubliceerd op 24-02-2020

Grein

betekenis & definitie

Het begrip grein heeft 2 verschillende betekenissen:

1. grein - GREIN, o. (-en), (veroud.) graankorrel greintje bij greintje maakt allengs een grooten hoop, thans veel kleintjes maken een groote; (ook als benaming van andere zaadkorrels of daarop gelijkende stoffen) paradijskoren, eene kleine, geneeskrachtige pepersoort; (ook) scharlakenhes (de verdroogde lichaampjes van de cochenille, waaruit eene schoone roode verfstof wordt bereid); (ook) kleine stukjes, van welken vorm ook een greintje zout;
— (suikerfabr.) de korrelige substantie die bij kristalliseeren uit de zede in de koelpan gevormd wordt;
— korrel: het marmer was grof van grein;
— (op eene gegraveerde plaat of gravure) de uitwerking der elkander kruisende sneden, korn, korrel: het grein van eene plaat;
— (ook) de ruwe of geribde oppervlakte van teekenpapier, van den lithographischen steen en de daarvan gemaakte afdrukken enz. dat papier heeft te weinig grein voor teekenpapier
— kleine gewichtseenheid, een onderdeel van het medicinale pond, 1/20 scrupel: drie grein kininef
— (ook) een onderdeel van het mark Trooisch, bij de bepaling van het gehalte van goud en zilver, 1/288 daarvan goud van 21 karaat, 6 grein;
— % _ eene geringe hoeveelheid: hij heeft geen greintje gezond verstand, niets. GREINTJE, o. (-s).

2. grein - GREIN, o. zekere stof, een weefsel van kemels- of geitenhaar en wol; wollen grein, dat geheel uit wol vervaardigd is, kamelot.