GEWEERBANDELIER, m. (-s, -en), geweerriem;
...BESLAG, o.;
...DOLK, m. (-en), (w. g.) bajonet;
...DOPJE, o. (-s), (Z. A.) percussiedopje, slaghoedje van een geweer;
...FABRIEK, v. (-en);
...FABRICATIE, v.;
...FABRIKANT, m. (-en);
...GRENDEL, m. (-s).